Stach wordt geboren in de nacht dat de oude 80-jarige koning overlijdt.
Stachs vader komt de volgende dag om wanneer hij de vlag op de kerk naar halfstok wil laten zakken en zijn moeder sterft korte tijd later aan de gevolgen van kraamvrouwenkoorts. 

Stach is nu dus wees. Hij wordt, zo goed en zo kwaad als het kan, opgevoed door zijn oom Gervaas die de dienaar van de koning was. De koning had geen
kinderen en daarom grijpen na zijn dood, zes zure ministers de macht. Ze beloven dat ze een nieuwe koning zullen aanstellen, maar er gebeurt niets.

Zeventien jaar later regeren deze zes ministers het land Katoren nog steeds.
Stach besluit het erop te wagen. Hij vraagt de ministers wat je moet doen om koning te worden. De ministers zijn woedend. Zij willen immers hun heersende positie niet graag opgeven. Ze zijn het met elkaar oneens welke maatregel er tegen Stach moet worden genomen. Uiteindelijk wordt er beslist dat Stach zeven, op het eerste zicht onmogelijke, opdrachten moet uitvoeren.

Eén van deze zeven opdrachten gaat over de de schuifelende kerken van Uikumene.

De kerkgebouwen van de plaats Uikumene bewegen uit zichzelf voorwaarts en verpletteren alles wat hun pad kruist: huizen, bomen, mensen en zelfs de woning van de burgemeester. Stach slaagt erin de gebouwen naar elkaar toe te leiden zodat ze één grote kerk vormen die voortaan midden op de markt staat.
De bewoners van Uikumene zijn dolblij en slopen meteen alle tegen elkaar geschoven muren, zodat er binnenin één grote ruimte ontstaat.
​
Hoe onze huiscomponist Maarten dit vertaalt in muziek, kan u op ons lenteconcert beluisteren.
Hieronder vindt u alvast een paar geluidsfragmenten, gespeeld door onze fanfare, die deze eerste opdracht illustreert.